Geen leges voor handelen in strijd met oud bestemmingsplan

Een bestemmingsplan gaat op grond van artikel 3.1, vierde lid van de Wro 10 jaar mee. Althans, het mag ouder zijn, maar als sanctie daarop mag het bevoegd gezag geen leges meer heffen voor aanvragen die verband houden met het plan.

Maar welke aanvragen zijn dat precies? De Hoge Raad schept hierover duidelijkheid in haar uitspraak van 17 november 2017. Het was al bekend dat bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen, aanleggen of slopen in overeenstemming met een bestemmingsplan dat ouder is dan 10 jaar, mogen geen leges meer worden geheven. Dit omdat die aanvragen verband houden met het bestemmingsplan, zoals artikel 3.1, lid 4 van de Wro vereist. De Hoge Raad voegt daar nu dus ook het handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening, zoals opgenomen in artikel 2.1 lid 1, sub c, aan toe. Het vereiste verband is in dat geval daarin gelegen, dat de noodzaak om een vergunning voor planologisch strijdig gebruik aan te vragen, voortvloeit uit het te oude bestemmingsplan.

Overigens is er een wetsvoorstel in behandeling dat de maximale levensduur van een bestemmingsplan schrapt. Dit zodat gemeenten zich goed kunnen voorbereiden op de komst van de Omgevingswet (naar verwachting treedt deze 1 januari 2021 in werking). Het wetsvoorstel voor het schrappen van de maximum levensduur van een bestemmingsplan, is echter nog niet in werking getreden. Het is niet bekend wanneer dat wel gebeurt.

Wilt u dus nog een ontwikkeling aanvragen op basis van een oud bestemmingsplan? Sla dan nu uw slag!

U kunt de betreffende uitspraak hier vinden.